Kinderpodotherapie

Inleiding
Kinderpodotherapie is een nieuwe specialisatie binnen de podotherapie. Iris en Lonneke hebben de opleiding kinderpodotherapie afgerond en behoren tot de eerste kinderpodotherapeuten van Nederland.

Kinderen moeten vrijuit kunnen bewegen en spelen, zonder beperkt te worden door pijnklachten in de voeten of benen. Als je kind pijn heeft, veel valt of struikelt, of als je je zorgen maakt over de ontwikkeling van de voeten, maak dan een afspraak.

Ouders zijn vaak ongerust over de voetstand van hun kinderen. De voeten van kinderen zijn steeds in ontwikkeling en veranderen tijdens de eerste levensjaren. In veel gevallen hoef je je geen zorgen te maken over de stand van de voeten. Dit hoort bij de  ontwikkeling van het kind.

0-2 jaar
Na de geboorte zijn nog niet alle botstructuren in de voet aanwezig en werken de voet- en beenspieren nog niet optimaal. Baby’s oefenen hun voet- en beenspieren door te trappelen met hun voetjes, waardoor ze de spieren ontwikkelen die nodig zijn om te lopen. Het is belangrijk je baby hierin niet te belemmeren; laat je kind vrijuit bewegen. De botten bestaan nog uit kraakbeen. Het ziet er heel schattig uit om baby’s schoentjes aan te trekken, maar doe dit liever niet. Het kan de ontwikkeling van de voetjes belemmeren.

De eerste kinderschoentjes zijn pas nodig als een kind echt zelfstandig loopt. Bij deze eerste schoentjes is het belangrijk dat de pasvorm goed is. Zorg voor de juiste maatvoering. Te kleine, smalle en strakke schoentjes mogen niet gedragen worden. Voor de kindervoeten is het fijn dat de schoenen heel soepel zijn. Onder de babyvoet zit een dik vetkussen waardoor de voet er afgeplat uitziet en een groot draagvlak heeft. In de loop van de eerste jaren verdwijnt dit vetkussen en ontstaat de voetholte.

Eerste stapjes
Rond het eerste levensjaar (10-18 maanden) zet een kind zijn eerste stapjes. Probeer dit proces niet overdreven te stimuleren. Een kind gaat staan en lopen, zodra de voeten klaar zijn om het eigen lichaamsgewicht te dragen. Het is normaal dat de benen van je baby een O-stand hebben; dit vergemakkelijkt het nog onzekere voortbewegen.

2-6 jaar
Rond het tweede jaar kan bij een kind een X-stand van de benen ontstaan. Meestal gaat dit tussen het zesde en achtste jaar vanzelf over. Ook hebben kinderen in deze leeftijd nog vaak platvoeten. In de eerste twee tot drie jaar dat een kind loopt, kunnen de voeten twee tot drie maten per jaar groeien. Laat in die periode iedere drie maanden de voeten van je kind meten om zeker te zijn van de juiste schoenmaat. Let er wel op dat zowel de lengte als de breedte wordt gemeten. Hierna groeien kindervoeten gemiddeld één tot twee maten per jaar. Het is verstandig in die periode de voeten van je kind ieder half jaar te laten meten.

Op het moment dat je kind echt begint met lopen, moeten de schoenen aan de volgende eisen voldoen:

  • De juiste pasvorm, lengte en breedte
  • Een stevige hielomsluiting
  • Een goede en stevige sluiting over de wreef van de voet, met veters of klittenband
  • Het buigpunt van de schoen onder de bal van de voet
  • Geen hak of een lage, brede hak
  • De loopzool van de schoen moet niet te stijf zijn

6-8 jaar
De stand van de X-benen herstelt zich en de voeten en benen staan vanzelf recht. Rond deze leeftijd ontwikkelen platvoeten zich tot een normale voetboog. Tot de leeftijd van 8 jaar is er geen reden om ongerust te zijn als de stand van de voeten niet overeenkomt met wat voor die leeftijd gebruikelijk is.